Transparantie van ongunstige effecten op de duurzaamheid op financieelproductniveau
1. Uiterlijk op 30 december 2022 omvat, indien een financiëlemarktdeelnemer artikel 4, lid 1, punt a), of artikel 4, lid 3 of lid 4, toepast, de in artikel 6, lid 3, bedoelde informatieverschaffing voor elk financieel product het volgende:
a) een duidelijke en gemotiveerde toelichting bij de vraag of, en zo ja hoe, bij een financieel product de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren in aanmerking worden genomen;
b) een verklaring dat informatie over de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren beschikbaar is in de overeenkomstig artikel 11, lid 2, te verschaffen informatie.
Indien de in artikel 11, lid 2, bedoelde informatie een kwantificering van de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren bevat, mag die informatie berusten op de bepalingen van de op grond van artikel 4, leden 6 en 7, vastgestelde technische reguleringsnormen.
2. Indien een financiëlemarktdeelnemer artikel 4, lid 1, punt b), toepast, omvat de in artikel 6, lid 3, bedoelde informatieverschaffing voor elk financieel product een verklaring dat de financiëlemarktdeelnemer de ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren niet in aanmerking neemt, samen met een gemotiveerde toelichting daarbij.